Homo Ludens
In een laag waterbekken liggen meerdere rechthoekige blokken; in elk van hen is een brede watergreppel ingewerkt. Deze gaat zich met water uit het bekken tot de rand vullen. Er zijn verschillende bouwblokken, b.v. rechte lijnen, bochten, t-verbindingen en plasjes met een neiging voor linkse toeloop. Men kan de objecten tot een rivier samen schuiven. Dit schuiven is makkelijk omdat het voorwerp bijna in het water zwemt.Op enige voorwerpen zijn objecten aangebracht, waarmee men door paddel- of draaibewegingen met het scheprad een stroming kan veroorzaken. In het langwerpige waterbekken bevindt zich een pomp die een hoofdstroming veroorzaakt en die de van kinderen gekozen kombinatie van de rechthoekige blokken samen houdt. Deze hoofdstroming is ook van voordeel als men door opstuwen probeert dit water boven de watergreppels te laten stromen. Op die manier ontstaan in de kringachtige structuren maalstromen.
 |
